Artistieke Toegankelijkheid

Creative Access/Aesthetics of Access

Hoe werk je met Artistieke Toegankelijkheid .

Artistieke Toegankelijkheid start bij het begin van het maakproces van een voorstelling, performance of theatrale installatie. Zelfs bij het ontwikkelen van een concept voor een voorstelling speelt Artistieke Toegankelijkheid al een rol. Het stimuleert makers, schrijver en ontwerpers om van af het eerste moment na te denken voor wie de voorstelling bedoeld is en op welke wijze je die doelgroep kunt bereiken en welke middelen je hiervoor wilt inzetten.


Om te werken met Artistieke Toegankelijkheid is het geen voorwaarde dat je al volleerd gebarentaal spreekt, een audiodescriptie-expert bent of alles weet van gebruik van titels. Artistieke Toegankelijkheid begint bij het verkennen van deze middelen en kiezen welke middelen en op welke wijze je deze middelen wilt inzetten. Juist door te spelen met gebaren, met audio-omschrijvingen van wat je ziet op het toneel en te onderzoeken hoe je tekstprojectie kunt gebruiken, stimuleer je de creativiteit waarmee je de voorstelling gaat maken. Artistieke Toegankelijkheid helpt je bovendien om de focus steeds op je publiek te houden: voor wie maak ik deze voorstelling, wat wil ik dat het publiek meekrijgt, hoe speel ik met mijn mogelijkheden?

Artistieke Toegankelijkheid betekent dus niet dat je alles vertaalt naar gebarentaal of audiodescriptie en alle teksten projecteert. Dat is algemene toegankelijkheid en heeft het risico dat je vertaalslag naar deze middelen als een niet-geïntegreerde laag over je voorstelling ligt. Daar wordt de voorstelling vaak niet beter van! Artistieke Toegankelijkheid gaat erom dat je speelt met deze extra middelen, dat je kiest waar je ze wel of niet toepast en dat op creatieve wijze doet. 

Je hebt de vrijheid om - als voorbeeld - gebaren op verschillende manieren toe te passen, dat hoeft niet altijd de officiële Nederlandse Gebarentaal te zijn. Daarvoor heb je een officiële tolk Nederlandse Gebarentaal nodig. Bij Artistieke Toegankelijkheid wil je gebaren integreren in je voorstelling: jouw acteurs kunnen dus prima gebaren. Het is natuurlijk wel handig als je dan kijkt wat je kunt gebruiken uit de officiële Nederlandse gebarentaal. Daarmee vergroot je de toegankelijkheid voor dove  of slechthorende mensen.

Een eenvoudige manier om te leren werken met Artistieke Toegankelijkheid is om een aantal scenes tijdens het maakproces in gebaren om te zetten of om titels te gebruiken of om audiodescriptie tijdens een scene te laten horen. Als je daar mee aan de slag gaat zul je merken dat de focus minder op de gespeelde tekst komt te liggen maar al snel op het totaalbeeld dat het publiek kan ervaren. 

Voorbeeld workshop-les Artistieke Toegankelijkheid

A     Introductie en uitleg begrip artistieke toegankelijkheid.

(zie waarom artistieke toegankelijkheid en achtergrond/geschiedenis)

B     Video met voorbeelden van gebarentaalaudioscriptie en titeling.

C         Video voorbeelden van gebruik van gebarentaal, audiodescriptie en titeling als Artistieke Toegankelijkheid.

(zie voorbeelden)

D     Scène  oefenen 

(bijvoorbeeld: Balkon scene Romeo & Julia)

E      Scène met audiodescriptie 

(dezelfde scene maar dan met audiodescriptie van alles wat zichtbaar is op toneel met gesproken teksten en publiek ogen dicht)

F      Scène in gebarentaal 

( dezelfde scene zonder gesproken teksten maar met gebruik eigen gebarentaal)

G    Scène met subtext 

(dezelfde scene met gesproken teksten en subtext dmv titels in beeld - eenvoudig door tekstborden te maken met tift en A4-tjes. max. 10 tekstborden die meermalen gebruikt kunnen worden)

H         Zelf scène maken met Artistieke Toegankelijkheid.

I      Nabespreken  met studenten en vragenlijst invullen.